Канал: Franse Les

Grammaire: Le verbe connaître (=kennen)

Grammaire: Le verbe connaître (=kennen)

Grammaire: Het meewerkend voorwerp in het Frans

Grammaire: Het meewerkend voorwerp in het Frans

Uitleg: zinnen leren in het Frans

Uitleg: zinnen leren in het Frans

Grammaire: Ontkenningen in het Frans

Grammaire: Ontkenningen in het Frans

Grammaire: Ontkenning ne ... pas

Grammaire: Ontkenning ne ... pas

Grammaire: le verbe mettre - het werkwoord zetten/leggen

Grammaire: le verbe mettre - het werkwoord zetten/leggen

Grammaire: le verbe lire - het werkwoord lezen

Grammaire: le verbe lire - het werkwoord lezen

Grammaire: Vergelijkingen in het Frans moins/aussi/plus

Grammaire: Vergelijkingen in het Frans moins/aussi/plus

Herhaling Imparfait en werkwoorden IR klas 2

Herhaling Imparfait en werkwoorden IR klas 2

Grammaire: Le futur simple - de toekomende tijd

Grammaire: Le futur simple - de toekomende tijd

Grammaire: Le pronom personnel - Lijdend voorwerp in het Frans

Grammaire: Le pronom personnel - Lijdend voorwerp in het Frans

Grammaire: Imparfait - Verleden tijd in het Frans

Grammaire: Imparfait - Verleden tijd in het Frans

Grammaire: Vraagzinnen maken in het Frans.

Grammaire: Vraagzinnen maken in het Frans.

Grammaire: Le verbe pouvoir - het werkwoord kunnen/mogen

Grammaire: Le verbe pouvoir - het werkwoord kunnen/mogen

Grammaire: Le verbe venir - Het werkwoord komen

Grammaire: Le verbe venir - Het werkwoord komen

Grammaire: Werkwoord partir = vertrekken

Grammaire: Werkwoord partir = vertrekken

Grammaire: Werkwoorden -RE

Grammaire: Werkwoorden -RE

Grammaire: Werkwoorden -ir in het Frans

Grammaire: Werkwoorden -ir in het Frans

Grammaire: Voorzetsels bij landen en plaatsen.

Grammaire: Voorzetsels bij landen en plaatsen.

Grammaire: Bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Grammaire: Bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Grammaire: werkwoorden -er in het Frans

Grammaire: werkwoorden -er in het Frans

Grammaire: lidwoorden in het Frans

Grammaire: lidwoorden in het Frans

Grammaire: mon ma mes - het bezittelijk voornaamwoord

Grammaire: mon ma mes - het bezittelijk voornaamwoord

Grammaire: le passé composé être - het voltooid deelwoord met zijn

Grammaire: le passé composé être - het voltooid deelwoord met zijn

Grammaire: le passé composé avoir - het voltooid deelwoord met hebben

Grammaire: le passé composé avoir - het voltooid deelwoord met hebben

Grammaire: le verbe être - het werkwoord zijn

Grammaire: le verbe être - het werkwoord zijn

Grammaire: le verbe vouloir - het werkwoord willen

Grammaire: le verbe vouloir - het werkwoord willen

Grammaire: le verbe avoir - het werkwoord hebben

Grammaire: le verbe avoir - het werkwoord hebben

Grammaire: le verbe aller - het werkwoord gaan

Grammaire: le verbe aller - het werkwoord gaan