Gras is groen en sinaasappels zijn oranje. Dat hoeven we niet uit te leggen. Maar hoe komt dat eigenlijk? Dat heeft te maken met de weerkaatsing van licht. Een sinaasappel absorbeert bijvoorbeeld alle kleuren licht, behalve oranje. Die kaatst terug naar je ogen en daarom zie je een sinaasappel die oranje is.
De meeste voorwerpen geven zelf geen licht, zoals deze appel, maar dit peertje (beeld: gloeilamp) geeft wel licht. Die lichtstralen vallen op de appel, weerkaatsen daar en vallen ons oog binnen. Peertje, oog, appeltje, eitje.
De zon straalt ook licht uit en dat lijkt wit. Maar als het licht door een waterdruppel heen valt, dan zie je opeens waar dit licht uit bestaat: alle kleuren van de regenboog. Nu is een waterdruppel behoorlijk doorzichtig, maar de meeste voorwerpen zijn dat niet. Zoals deze sinaasappel. Een gedeelte van het licht dat erop valt, wordt door de sinaasappel geabsorbeerd. En een ander gedeelte wordt weerkaatst. Een sinaasappel absorbeert alle kleuren licht, behalve het oranje licht. Dat wordt in alle richtingen weerkaatst, en dus zien we de sinaasappel als oranje. Hetzelfde geldt trouwens voor een mandarijn en voor een oranje opblaaskroon.
Sommige voorwerpen weerkaatsen heel weinig licht, die zijn zwart, en andere weerkaatsen heel veel, die zijn weer wit. Da’s ook handig om te weten als je minder wil zweten. Licht is een vorm van energie. Een zwart t-shirt absorbeert in de zomer dus veel energie en wordt sneller heet. Dus wie koel wil blijven, draagt wit. En wie cool wil zijn, die draagt gewoon wat-ie wil.
Ещё видео!