Leiden 1944. Erik van Poelgeest is een gefrustreerd kunstenaar. Als kind liep hij een litteken op dat altijd zichtbaar was omdat hij gedwongen werd zijn haar kort te dragen. Nu heeft hij halflang haar om het litteken te verbergen. Om tewerkstelling in Duitsland te voorkomen, is Erik ondergedoken in Leiden en beschildert lampenkappen. Zijn moeder komt hem zo nu en dan een pannetje eten brengen. Erik is blij om weg te zijn uit het ouderlijk huis waar de Bijbelteksten hem om de oren vlogen. Hij krijgt een verhouding met de Joodse onderduikster Elly met wie hij samenwerkt. Maar Erik merkt dat hij moeite heeft met de seksuele relatie en hij zoekt troost bij een gipsen torso die hij gevonden heeft op de schildersacademie waar hij vaak is te vinden. De schildersacademie staat onder leiding van een NSB’er en wordt bevolkt door vreemde creaturen als de kunstenaar De Spin en ook een NSB'er met wie Erik gesprekken voert. Later pleegt De Spin zelfmoord. Als de directeur van de academie vlucht voor de verwachte komst van de geallieerden, gaat Erik permanent in de schildersacademie wonen. Elly trekt bij hem in en betrapt hem als hij de liefde bedrijft met de gipsen vrouwentorso. Ze smijt hem stuk en wordt door Erik in een woedende reactie gewurgd. Na de bevrijding proberen Nederlandse soldaten Erik te arresteren. Erik verdedigt zich met een geweer, maar wordt doodgeschoten.
Ещё видео!