Ze willen hun vaardigheden verder ontwikkelen
Morgen zullen we samen naar de film gaan?
Ik ga morgenochtend naar de sportschool trainen
Natuurlijk mag je de hond uitlaten
Hij kan morgen zijn presentatie voorbereiden
Ik moest gisteren mijn huiswerk maken
De muziek blijft in mijn hoofd spelen
Ze laat haar kinderen altijd hun eigen keuzes maken
Ze viel zich kalmeren na een diepe ademhaling
Je hoort je vrienden vaak praten over reizen
Ik zag hem langs het meer rennen
Ik merkte dat hij glimlachte terwijl hij naar de foto keek (Bu cümle gramer olarak doğru ama konu için iyi bir örnek olmamış)
Kan ik je helpen begrijpen hoe dit werkt?
Ik leer graag nieuwe talen spreken
We vonden opa rechtop in zijn stoel zitten
Ze durft niet voor een grote groep praten
Hij is een boek aan het lezen
