[NL] Uit Psallentes' winterproductie Koningskind, deze 'Ay, in welken soe verbaerd de tijt'. De dertiende-eeuwse mystica Hadewijch dichtte dit lied op de Latijnse sequens Mariae praeconio, waarvan ze aan het einde van de strofen telkens enkele woorden citeerde. Voor deze versie baseerde Psallentes zich op het werk van Louis Grijp en Ike de Loos in de bundel Hadewijch Liederen, uitgegeven door Veerle Fraeters en Frank Willaert bij de Historische Uitgeverij, 2009. De melodie werd door Hendrik Vanden Abeele aangepast op basis van een versie van de Mariae praeconio in een Brugs graduale uit de vijftiende eeuw. Dat graduale (Brugge, OCMW-archief, zonder nummer) was bestemd voor het Magdalenaklooster.
[ENG] From Psallentes' winter production Royal Offspring. This song by the thirteenth-century poet Hadewijch was based on the Latin sequence Mariae praeconio, of which Hadewijch cites a few words at the end of each strophe. Louis Grijp and Ike de Loos made a transcription of the song in the book Hadewijch Liederen, edited by Veerle Fraeters and Frank Willaert (Historische Uitgeverij, 2009). The melody was adapted by Hendrik Vanden Abeele based on a version of the Mariae praeconio in a Gradual from Bruges, late fifteenth-century. This Gradual (Bruges, OCMW-archives, no number) was ordered by the Magdalen Cloister.
Met/With
Barbara Somers, Kerlijne Van Nevel, Rozelien Nys, alten/altos
Marina Smolders, Sarah Abrams, Veerle Van Roosbroeck, sopranen/sopranos
Manuela Bucher, vedel/vielle
Hendrik Vanden Abeele, artistic direction
Shot and edited by Wim Vanmechelen
Sound recording by Hendrik Vanden Abeele - Le Bricoleur
Thanks to
Veerle Francke and Bart Demuyt
at Alamire Foundation, Huis van de Polyfonie, Heverlee/Leuven, Belgium.
Visit
www.psallentes.com
www.alamirefoundation.org
Oktober/November 2013
Onderstaande vertaling is van Veerle Fraeters en Frank Willaert (Historisch Uitgeverij, 2009). No English translation available (yet).
1a
Ay, in welken soe verbaerd de tijt,
en es in al de werelt wijt
dat mi gheven mach delijt
dan verus amor.
Ach, hoe het seizoen er ook uitziet,
in de hele wijde wereld is er niets
dat mij vreugde kan schenken
behalve ware minne.
1b
Ay minne, op trouwe, want gi al sijt
miere zielen joie, mier herten vlijt,
ontfaermt der noet, siet ane den strijt,
hort cordis clamor.
Ach minne, in hoop op je trouw, want jij bent heel
de blijdschap van mijn ziel, de lust van mijn hart:
heb meelij met mijn nood, aanzie mijn strijd,
hoor mijn hartenkreet.
2a
Ay, wat ic mijn wee roepe ende clage,
de minne doe met mi hare behaghe.
Ic wille hare gheven al mine daghe
laus et honor.
Ach, hoe ik mijn pijn ook uitschreeuw en beklaag,
de minne mag doen met mij wat ze wil.
Ik wil haar al mijn dagen geven:
lof en eer.
2b
Ay minne, ochte trouwe uwe oghe anezaghe!
Want mi maect coene dat ics ghewage.
Want mi ierst up uwe hog he stage
uwe traxit odor.
Ach minne, mocht je oog toch mijn trouw bezien!
Want daarvan te gewagen geeft mij moed.
Want naar je hoge hoogten
trok mij eerst jouw geur.
3a
Ay minne, ja gi, die nie en loghet,
want ghi mi toenet in der joghet
daer ic na quele. Want ghijt vermoget,
sijt medicina.
Ach minne, ja jij, die nooit loog,
omdat jij me in mijn jeugd datgene getoond hebt
waar ik naar smacht. Omdat jij het kunt,
wees medicijn.
3b
Ay ja, minne, ghi die als sijt voghet,
ghevet mi omme minnen dies mi meest hoghet,
want ghi sijt moeder alre doghet,
vrouwe et regina.
Ach ja, minne, jij die over alles heerst,
geef me omwille van minne wat me het meest verheugt.
Want jij bent de moeder van alle deugden,
vrouwe en koningin.
4a
Ay, werde minne, fine pure,
wan siedi ane hoe ic ghedure?
Ende sijt in mine bettere zuere
condimentum.
Ach, hooggeëerde minne, edel en zuiver,
waarom zie je niet hoe ik standhoud?
En wees in mijn bittere ellende
leniging.
4b
Ay, ic dole te swaer in de avonture.
Mi sijn al andere saken suere.
Volgevet mi, minne, uwe hoghe nature
sacramentum.
Ach, ik dool te zeer in het avontuur.
Alle andere zaken zijn mij zuur.
Geef mij, minne, je hoge natuur helemaal
als een heilig mysterie.
5a
Ay, ben ic in vrome ochte in scade,
si al, minne, bi uwen rade.
Uwe slaghen sijn mi genoech genade
Redemptori.
Ach, ben ik in het voor- of in het nadeel,
moge alles, minne, gaan volgens jouw raadsbesluit.
Jouw slagen zijn voor mij voldoende genade
in de ogen van de Verlosser.
5b
Ay, wadic gewat, clemmic up grade,
bennic in honger ochte in sade,
dat ic u, minne, genoeg voldade,
bene mori.
Ach, of ik door het diepe waad of steile wegen klim,
of ik hongerig of verzadigd ben,
mocht ik jou, minne, totale voldoening geven
en goed sterven.
Amen.
Ещё видео!