Psalm 101 (berijming 1773)
Vers 1:
'k Zal van de deugd der milde goedheid zingen,
Van 't heilig recht der strenge rechtsgedingen:
Een psalmgezang, o hooggeduchte Heer',
Uw Naam ter eer.
Vers 2:
'k Zal met verstand den weg betreen der vromen.
Wanneer zult Gij, mijn Bondgod, tot mij komen?
Ik zal doen zien in al mijn huisbeleid
D' oprechtigheid.
Vers 4:
't Verkeerde hart, in wien 't mij ook moog' blijken,
Zal uit mijn huis en van mijn omgang wijken;
Mijn gunst zal hen, die boze wegen gaan,
Nooit gadeslaan.
Vers 6:
Ik sla op die getrouw in 't land zijn d' ogen;
Ik zal in eer hen aan mijn zij' verhogen;
En doen hem, die in 't spoor der deugd zal treen,
Mijn dienst bekleen.
Ещё видео!