Ouwehoeren is het verhaal van twee oude hoeren. Tweelingzussen nota bene. Wat betekent het om hoer te zijn? Wat zijn de geheimen van het vak en wat is er in een halve eeuw veranderd? Niemand kan ons beter inwijden in de intrigerende wereld van de betaalde liefde, dan Louise en Martine
Fokkens. Wat zijn de codes, wat zijn de geheimen? Wat doen ze wel en wat absoluut niet? Maar gelijk
dringen wrangere vragen zich op: Hoe is het om een leven lang je lijf te verkopen? Hoe leef je met de status van underdog? Hoe houd je het vol zonder je zelfrespect te verliezen? Ondertussen raken we bewust en onvermijdelijk een ander universeel thema: wat betekent het om ouder te worden en de laatste levensfase in te gaan? Als hoer, maar natuurlijk ook, en juist, als mens. We volgen de dames een jaar. Van het frisse voorjaar en vrolijke zomerdagen tot de blaadjes van de bomen vallen, de dagen korter worden en de eerste sneeuw valt. Emotioneel verloopt de film van vrolijk, humoristisch en grappig, naar de donkere keerzijde van hun bestaan, om via reflectie, pijn en spijt, maar ook dappere opgewektheid uit te komen bij berusting en heldhaftige aanvaarding van het lot. Martine werkt nog steeds. Ze wil best stoppen, maar financiële sores houden haar achter het raam. Iedere woensdag komen Christenen van Blood & Fire voor haar bidden in de peeskamer. Ze willen dat ze ermee ophoudt, maar Martine trekt haar eigen plan. Tweelingzus Louise is wel gestopt. Dat kon ook niet anders. Ze heeft last van reuma. In haar propvolle flat in IJmuiden maakt ze schilderijen en wacht ze op Martine, die met nieuwe verhalen uit Amsterdam komt. Halverwege de jaren zestig begon hun carrière als temeier. In die tijd moest de rok tot over de knie reiken en was pezen nog een kunst. Hun echtgenoten waren souteneurs en de kinderen een reden om door te gaan. Samen waren ze een hele attractie. Het geld stroomde binnen. Maar hun huwelijken waren niet gelukkig en de kinderen werden ondergebracht in pleeggezinnen. Louise worstelt er nog steeds mee. Met haar oudste dochter Carol bezoekt ze het dorp Nigtevecht, waar de kinderen opgroeiden. Louise heeft spijt dat ze haar kinderen uit huis moest plaatsen, maar Carol verwijt haar moeder niets. Louise en Martine vochten zich vrij, runden een eigen bordeel en zagen met lede ogen hoe de rosse buurt veranderde tot de internationale attractie die het thans is. Waar grote criminelen de scepter zwaaien en schaars geklede meisjes uit alle windstreken de ramen bevolken. Martine voelt zich vaak eenzaam achter het raam. De Christenen willen best haar boekhouding op orde brengen, maar dan moet ze wel haar bankpas inleveren. Dat gaat te ver. Ze maakt toch zeker zelf uit wanneer ze stopt? Louise spreekt haar moed in. "Er zijn toch ook heel veel aardige mannen?" Dat moet Martine beamen: "Daar doe je het, voor, die hebben respect voor je." Ze laten zich niet kisten. Opgewekt organiseren ze een tentoonstelling van hun schilderijen. De opening wordt een groot feest. Ouwehoeren1 is niet zomaar een leuke titel. Het woord zelf komt van het oeverloze gezwets van oude hoeren, die met praten hun klanten paaien en blijkbaar veel te vertellen hebben. Maar ouwehoeren is ook ouderwets Amsterdams. Het is de sociale lijm tussen mensen onderling, die het dagelijkse bestaan dragelijk en aangenaam maakt. Louise en Martine zijn er meester in. Hun geouwehoer is een humoristische rode draad in de film.
Ещё видео!