Kijk hier onze liveshow over de crisis op de woningmarkt terug. Hoe kan het dat je zo moeilijk aan een (betaalbaar) huis komt? Kan dat niet anders, en zo ja: hoe? Deze en andere vragen gaan we bespreken met jonge woningzoekers en sprekers vanuit woningcorporaties, projectontwikkelaars, banken en gemeenten.
Te gast zijn:
Martin van Rijn van de koepel voor woningcorporaties, Jan Fokkema vanuit de projectontwikkelaars (NEPROM), wethouder Songül Mutluer van de gemeente Zaanstad en Marieke Blom, hoofdeconoom van de ING. Demissionair minister Ollongren was ook uitgenodigd, maar zij kon er helaas niet bij zijn.
00:00 Intro
07:10 Huren
25:15 Kopen
44:40 Quiz
50:02 Oplossingen
1:06:08 Vrije ronde
1:22:49 Outro
Er komen veel begrippen voorbij (in de show). Om het je iets makkelijker te maken, leggen we er een paar uit:
Wooncorporatie: Een partij die zich bezighoudt met het bouwen, beheren en verhuren van woonruimte. Het gaat hier meestal om betaalbare sociale huurwoningen.
Sociale huur: Betaalbare huurwoningen voor mensen met een lager inkomen. Om dat zo te houden is er een maximale huurprijs en mag het inkomen van huurders niet te hoog zijn. Ook komen huurders vaak in aanmerking voor huurtoeslag.
Huren in vrije sector: Zelfstandige huurwoningen, dat wil zeggen: met een eigen voordeur. Grootste verschil met sociale huur is dat er geen maximale huurprijs is. Vaak komen huurders niet in aanmerking voor huurtoeslag.
Huurtoeslag: Een bedrag dat je maandelijks krijgt om je huur (deels) mee te betalen. Om hiervoor in aanmerking te komen mag je niet te veel verdienen, mag je huur niet te hoog zijn (minder dan 752,33 euro) en moet je een zelfstandige woonruimte huren.
Hypotheek: Wanneer je geld bij de bank leent voor het kopen van een huis. Hoe hoog je hypotheek is, is afhankelijk van je inkomen (en evt. dat van je partner). Het bedrag dat je leent betaal je daarna in 30 jaar terug aan de bank.
Hypotheekrenteaftrek: Over die hypotheek betaal je rente. Om je tegemoet te komen, is er de hypotheekrenteaftrek. De rente die je betaalt over je hypotheek mag je aftrekken van het geld dat je maandelijks verdient. Het lijkt voor de belasting dan of je minder verdient en dus betaal je minder belasting - en houd je meer over.
Restschuld: De schuld die overblijft na de verkoop van je huis, als je hypotheek hoger is dan de prijs waarvoor je je huis hebt verkocht.
Overwaarde: Als je je huis verkoopt voor een hoger bedrag dan je resterende hypotheek.
Verhuurderheffing: Belasting op sociale huurwoningen voor wie meer dan 50 huurwoningen bezit, waarvan de huur per huis niet hoger is dan 752,33 euro. De heffing is in 2013 ingevoerd en treft vooral corporaties met sociale huurwoningen.
Antikraakwet/kraakverbod: Een wet die 11 jaar geleden is ingevoerd en die kraken illegaal maakt.
Artikel 22: In de grondwet staat dat de overheid moet zorgen voor voldoende goede woningen.
Doorstroming: Huishoudens die verhuizen van het ene naar het andere huis, zodat er huizen blijven vrijkomen. Bijvoorbeeld: jongeren die na hun studie hun studentenkamer verlaten voor een eigen huur- of koopwoning. Of ouderen die kleiner gaan wonen.
Vastgoedbeleggers: Iemand die voor zijn beroep investeert in onroerend goed, oftewel grond en een bijbehorend pand. Doel ervan is om de ruimte te verhuren en/of te verkopen met winst, zodat je er meer geld aan verdient dan je hebt geïnvesteerd.
Particuliere beleggers: Hetzelfde als een vastgoedbelegger, maar dan een privépersoon die het niet als beroep doet, maar naast zijn/haar werk. Het doel, winst maken, is hier hetzelfde.
Overdrachtsbelasting: Belasting die je moet betalen bij de overdracht van een huis. Dat lag op 2 procent van de aankoopwaarde, maar is per 1 januari 2021 afgeschaft voor starters. Voor beleggers is die juist verhoogd naar 8 procent.
Opkoopbescherming: Kan een gemeente invoeren in bepaalde wijken. Goedkope en middeldure woningen mogen dan niet worden opgekocht voor verhuur. Dit moet starters een grotere kans geven om een betaalbaar huis te vinden.
Woningsplitsen: Een bestaande woning splitsen in meerdere zelfstandige woningen. Bijvoorbeeld: je koopt een huis, dat eigenlijk te groot is. Je kunt dan een deel verhuren. Dit kan alleen als een gemeente hier toestemming voor geeft.
Huurkoop-constructies: Met huurkoop betaal je eerst huur voor een woning, tot je een bepaald bedrag hebt bereikt. Dit leg je vooraf vast. Zodra je dat bedrag hebt bereikt, ben je eigenaar van het huis.
Projectontwikkelaar: Iemand die volop betrokken is bij de bouw van woningen. Van het zoeken naar grond voor de bouw tot het opleveren en de verkoop van de huizen. Zo iemand werkt vaak in opdracht van gemeenten en provincies.
Ещё видео!